Investeren in Energiezuinige appartementen

In het Financieel Dagblad heeft directeur Kees Oomen van de organisatie VvE Belang vandaag een interessante visie geschreven op het investeren in het Energiezuinig maken van appartementen.

De afgelopen weken hebben wetenschappers, politici, bedrijven en niet-gouvernementele organisaties de Nederlandse regering opgeroepen om naar aanleiding van de uitspraak in de Urgenda-zaak serieus werk te maken van het verlagen van de CO2-uitstoot. Willen we de gewenste 25% CO2-verlaging echter halen, dan moeten we meer aandacht hebben voor oplossingen die écht werken. Daarom moet de regering serieus werk maken van energiezuinige woningen.

Er lijkt wel enig besef te zijn van het belang van verduurzaming van gebouwen: in het Energieakkoord krijgt het onderwerp nadrukkelijk aandacht én een eigen hoofdstuk. Toch lijkt de aandacht in de media en bij politici vooral te liggen bij het opwekken van duurzame energie zoals windmolenparken en juist te weinig bij energie-efficiëntie.

Nederlandse woningen doen het — wat energiezuinigheid betreft — slecht en appartementen, een kwart van alle particuliere woningen in Nederland, bungelen zelfs onderaan. Deze onnodige milieuvervuiling en energieverspilling is zo goed als onzichtbaar. Geen dikke rookpluimen zoals bij kolencentrales of walmende diesels in de file; hooguit een tegenvallende energierekening.

De impact is echter enorm. Energieonderzoek Centrum Nederland becijferde eerder dat als alle appartementen in de Verenigingen van Eigenaren in Nederland twee energielabelsprongen zouden maken — bijvoorbeeld van energielabel D naar B — dat een energiewinst zou opleveren van 11 petajoule. Dit is ruim 3 miljard kWh, evenveel als het stroomverbruik van 1 miljoen huishoudens jaarlijks!

De benodigde investering hiervoor wordt geschat op eenmalig 4 miljard euro. Vergelijk dat eens met de 18 miljard euro die naar schatting de komende 15 jaar nodig is voor windmolenparken op zee om jaarlijks iets meer dan het dubbele aan energie op te wekken.

Het energiezuinig maken van appartementen betekent dat buren gezamenlijk, via de Vereniging van Eigenaren (VvE), moeten investeren in bijvoorbeeld betere muurisolatie, een gezamenlijke stookinstallatie of een geïsoleerd dak. Een mooie bijkomstigheid is dat het investeren in het zuiniger maken van appartementen zal leiden tot veel werk voor het midden- en kleinbedrijf. Glaszetters en cv-installateurs zullen aan de bak moeten. Dit komt bovenop een jaarlijkse besparing op energiekosten van zo’n 660 miljoen euro (bij een kWh-prijs van 22 cent). Het is overduidelijk dat investeren in het energiezuiniger maken van appartementen effectief, efficiënt en zelfs winstgevend is.

Het gaat echter niet vanzelf. Verduurzaming binnen de VvE’s komt nauwelijks van de grond. Hoe duidelijk de besparing ook moge zijn en hoe snel deze ook kan worden terugverdiend, het gezamenlijk investeren blijkt een zeer moeizaam proces. Sommigen hebben er geen zin in omdat het te veel werk is, anderen vinden het niet nodig omdat zij er slechts een paar jaar (willen) wonen, en weer anderen weten simpelweg niet dat het mogelijk is.

Gezien de enorme, lonkende besparing van 11 petajoule is het niet meer dan logisch dat de rijksoverheid een stap extra zet. Appartementseigenaren en de ongeveer 121.000 VvE’s hebben stimulering en ondersteuning nodig. Alleen op die manier kunnen besparingsmogelijkheden makkelijker geïdentificeerd worden en kunnen haalbare plannen worden opgesteld en uitgevoerd.

Dat is niet alles. Verlaag bijvoorbeeld de btw op arbeid voor het nemen van de energiebesparende maatregelen naar 6% of introduceer financiële prikkels, bijvoorbeeld subsidie voor ingrepen die woningen zuiniger maken naast het aanbieden van laagrentende leningen. Investeren in energiezuinige appartementen is efficiënt, goedkoop en winstgevend. Daar kan geen windmolenpark tegenop.


Bron: Financieel dagblad